Slankere provincies, sterkere gemeenten

Op 15 oktober 2015

Bij het begin van het nieuwe politieke werkjaar werd de verenigde commissie samengeroepen om de stand van zaken mee te delen in verband met de verdere afslanking van de provincies. (beslissingen Vlaamse regering op 17 juli 2015).

De provincies zullen zich van nu af aan hoofdzakelijk bezighouden met ‘grondgebonden materie’ (economie, landbouw, water, toerisme, milieu en natuur).

Vanaf 2017 zullen persoonsgebonden- (sport, welzijn, jeugd) en culturele bevoegdheden  overgedragen worden naar andere beleidsniveaus (Vlaanderen of de gemeenten).                   
Momenteel is men nog volop aan het onderhandelen wie wat overneemt.

Tegen eind 2018 dienen de provincies zich bovendien terug te trekken uit de intercommunales en wordt het heffen van belastingen ingeperkt en doorgeschoven naar het Vlaams niveau.

Bij de volgende verkiezingen van 2018 zal het aantal provincieraadsleden gehalveerd worden.

Deze afslanking lokte nogal wat reacties uit. Tijdens de voorbije plenaire zittingen ventileerden voor- en tegenstanders hun visie.

Het is een vaststaand feit dat wij momenteel teveel bestuursniveaus en tal van organisaties hebben die elkaar constant voor de voeten lopen. Dit kost handenvol geld.

Het kan en moet  eenvoudiger; de taken kunnen beslist anders aangestuurd worden. Hetzij door de Vlaamse regering ofwel door de gemeentebesturen zodat het provinciaal tussenniveau overbodig wordt. Op die manier kan er zuiniger en efficiënter bestuurd worden.

Om de rol van de lokale besturen te versterken, stimuleert Vlaanderen vrijwillige fusies. Gemeenten die samengaan, krijgen een financiële bonus in de vorm van een schuldovername door de Vlaamse overheid. Concreet gaat het om 500 euro per inwoner.

Juist door in te zetten op sterkere lokale besturen kan een kwaliteitsvolle dienstverlening  verder gegarandeerd worden aan de burger. In deze tijden van noodzakelijke besparingen heeft het geen zin om zichzelf nodeloos te trachten in stand te houden.

Ondertussen blijft de meerderheid geld uitgeven aan zogenaamde “provinciale visibiliteit”. Kennelijk kost het grote moeite om eigen positie en macht op te geven in functie van een vlottere en meer transparante dienstverlening.

N-VA heeft daar in ieder geval geen probleem mee.

 

Mieke Van Hootegem

Provincieraadslid

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is