U bent hier
There’s something rotten in the state of the internet
Ongetwijfeld heeft u ook het artikel “Speeltuin van wapenhandelaars en drugsdealers” gelezen in de Standaard van zaterdag 03 maart 2012. Daarin was te lezen hoe er, naast het ‘gewone’ internet, een ander internet bestond: een duister internet waar men zomaar drugs kan kopen, huurmoordenaars bestellen en kinderpornografie bekijken en downloaden.
Hoe is dit ‘duister’ internet te bereiken? "Je moet er toch bijna een computerspecialist voor zijn en ik ben al blij dat mijn computer opstart, meneer!"
Nee, toch niet. Een klein programmaatje downloaden, installeren en u bent vertrokken. Vanaf dat moment bent u quasi volledig anoniem en niet-traceerbaar aangesloten op het internet. Zo simpel is dat.
Op deze manier werken miljoenen louche figuren om op allerlei manieren dingen te doen die ze op het ‘gewone’ internet niet kunnen doen. Maar wat kan je eraan doen?
In België hebben we een Federal Crime Unit, die alles qua informatica afhandelt bij gerechtelijke onderzoeken. Ze proberen proactief te reageren op bepaalde dreigingen (bv. Meldpunt Pedofilie en meldpunt online fraude), maar staan heel dikwijls machteloos tegen de grote vrijheid die het internet nog altijd biedt. Internet moet een vrij medium blijven, maar er zijn grenzen. De onderzoekers van de Federal Crime Unit hebben bijvoorbeeld geen toelating tot actieve opsporing. Ze mogen dus helemaal niet actief op zoek naar pedofielen en andere delinquenten, zoals ze in Amerika wel mogen (en met succes).
Het grote probleem is dat de informatica de laatste jaren enorm geëvolueerd is, maar onze wetgeving niet. Heel veel blijft steken in een grijze zone. Ik geloof dat we daar verandering in moeten brengen. Mensen willen zich veilig voelen op straat en in hun omgeving, waarom zouden ze zich dan niet veilig mogen voelen op het internet?
Maxime Deweerdt
maxim.deweerdt [at] n-va.be