Spelen met (het geld van) de stad

Gemeenteraadslid Justine Pillaert stelde op de gemeenteraad van oktober 2017 dat er te veel geld binnen het project ‘spelen met de stad’ bestemd is voor studies en erelonen. De experten zelf, namelijk de jeugdverenigingen, krijgen amper een deeltje van het geld dat nu naar ‘deskundigen’ gaat.  Daarom wil de N-VA de beschikbare budgetten zo veel mogelijk terecht laten komen bij de jeugd en de jeugdverenigingen, en niet bij de omkadering en anderen.

De stad Roeselare investeert in het totaalproject ‘spelen met de stad’. Daaronder vallen bijvoorbeeld de buitenspeeldag, het project stadsdichter en de participatietrajecten met jongeren. Ook de street art, de mobiele speelcontainers en de kinderateliers zijn onderdelen van het project. De doelstellingen zijn uiteenlopend, gaande van beeldkwaliteit van het centrum verbeteren tot participatie verhogen. Al zijn sommige onderdelen van het project eerder cultureel van aard, toch lijkt het om allemaal goedbedoelde initiatieven te gaan die de stad kindvriendelijker moeten maken.

Die onschuldige initiatieven veranderen echter plots in een enorme investering als het budget opgesteld voor ‘spelen met de stad’ erbij gehaald wordt. In totaal werd er nu al 172.642 euro uitgegeven. Dat moeten wel dure straatkunstenaars zijn en topmaterialen voor de speelcontainers. Als de werkingsmiddelen echter uit het tot nu toe gespendeerde budget worden gefilterd, komt dat slechts op een kleine 51.000 euro. Dat wil dus zeggen dat er nog 122.000 euro overblijft voor…erelonen. De kloof tussen het bedrag voor erelonen en de rest is in de opgestelde rekening zelfs nog groter. Van de 239 500 euro gaat er 183 000 euro naar erelonen tegenover 56 500 euro werkingsmiddelen.

Naar wie die erelonen gaan, is momenteel nog niet bekend. Alleszins niet naar lesgevers en artiesten want die worden apart vergoed. De doelstellingen van het project ‘spelen met de stad’ worden op die manier niet gehaald. Een verhoogde participatie wordt, gezien de magere opkomst voor het afsluitevent en de speelateliers, niet bereikt. Dé specialisten inzake participatie aan spelen zijn de jeugdbewegingen, maar de stad geeft liever 122.000 euro uit aan ‘deskundigen’ dan dat geld rechtstreeks voor de Roeselaarse kinderen en jongeren in te zetten. Dat is een kaakslag voor de jeugd. Het project ‘spelen met de stad’ zou beter omgedoopt worden tot ‘spelen met het geld van de stad’.

Justine Pillaert