Kritische bedenkingen van N-VA Roeselare bij de mistige jaarrekening  2014  van het OCMW

I.v.m. de jaarrekening 2014 van het Roeselaarse OCMW en de voorstelling ervan in de recente financiële commissie zijn kritische kanttekeningen van N-VA Roeselare op hun plaats. Zo willen wij de leden van de gemeenteraad en ook de Roeselaarse burger duidelijk inlichten over enkele bizarre trends binnen het OCMW.

We willen nog aannemen dat de gegeven cijfers van 2014 de juiste weergave zijn van de　 gedane inkomsten en uitgaven. Die kunnen we dan ook goedkeuren.

In het belang van de Roeselaarse burger moeten toch enkele essentiële bedenkingen geformuleerd.

- Het financieel overzicht dat werd voorgesteld is een bijzonder minimalistische versie: geen　 informatie over de werking van de diensten en instellingen van het OCMW; nergens wordt verwezen naar de kostenplaatsen en hun evolutie in vergelijking met voorgaande jaren.　 Voor een organisatie met 20 diensten en 900 medewerkers is dat ongehoord. In verband met de 59,5 miljoen euro ontvangsten en de 54,3 miljoen euro uitgaven wordt geen detaillering per kostenplaats gegeven. Een dergelijke voorstelling is beneden alle peil. Er wordt　 bewust gekozen om die informatie niet te delen met de bestuurders van het OCMW en de leden van de gemeenteraad. Dit is bijzonder ondemocratisch, vooral omdat de detailcijfers wel bekend zijn bij de administratie van het OCMW.　

- De jaarrekening (bladzijde 40 tot 52 ) maakt op geen enkel punt een vergelijking met de financiële situatie van de voorgaande jaren en op die manier is het onmogelijk om ook maar de minste evolutie te zien. Vanuit boekhoudkundig oogpunt is een dergelijke manier van werken onaanvaardbaar. Er kunnen enkel vragen gesteld worden naar het waarom van deze methodiek. Wordt alles misschien bewust verdoezeld met het oog op de boedelscheiding　 tussen OCMW en Zorgbedrijf in 2016? Ongehoord!

- De rekening vertoont een overschot van 3,6 miljoen (bladzijde 42). Dat resultaat hadden we al voorspeld bij de opmaak van de begroting 2014, met de aanmerking dat de stadstoelage buiten proportie was. Het OCMW heeft dus heel wat financiële reserves, terwijl er enkel verlieslatende diensten worden geëxploiteerd? Hoe rijmt men dat? De basisfilosofie van de wet is dat de stad Roeselare de tekorten van het OCMW moet bijpassen. De stad　 en de centen van de Roeselaarse burger zijn er evenwel niet om de reserves van het OCMW　 jaar na jaar aan te dikken. We willen dan ook de wens uitdrukken dat het stadsbestuur meegaat in onze redenering : de stadstoelage beperken tot wat nodig is voor een zuinig beheer.　

Blijkbaar is onze kritische boodschap　 nu　 ook in goede aarde gevallen bij de stadsverantwoordelijken. Tijdens de laatste bijeenkomst van de financiële commissie werd luidop gesteld dat er een pak minder geld van de stad zou komen. We kijken dus uit naar de　 begroting 2016…met kritisch oog en in het belang van de Roeselaarse belastingbetaler!

Georges Decoene

OCMW-raadslid